Je navel intrekken, dat is een hardnekkige.
Wie ooit een sportles heeft gevolgd, heeft ‘m ongetwijfeld voor z’n kiezen gekregen. En als je, net als ik, organen in je buik hebt en er zo nu en dan moeite mee hebt (gehad) dat dat zichtbaar is -of gewoon graag aan optische illusies doet- dan versta je de kunst van de ’tuck in’ waarschijnlijk als geen ander.
En juist die navel intrekken, geeft meer ellende dan je waarschijnlijk kunt vermoeden.
En ik ga je uitgebreid vertellen waarom ;).
Allereerst: ademen gebeurt bij voorkeur door middel van de beweging van je middenrif. Dat is een pracht van een parapluvormige spier onderin je ribbenkast. Die spier zakt een cm of 3-5 bij een inademing en komt weer omhoog bij een uitademing. Door deze beweging vullen je longen zich met lucht en vindt de gasuitwisseling plaats. Magic.
Door die beweging worden tegelijkertijd ook je organen én je nervus vagus gemasseerd/gestimuleerd. En dat wil je, want daar worden ze blij van (vertel ik nog wel eens meer over, voor nu: neem maar ff aan van me).
Maar goed, de boel beweegt dus. En waar zakken die organen naartoe? Juist. Naar je buik.
Dus is het normaal -of eigenlijk: de bedoeling!- dat jouw buik ontspannen is en kan bewegen bij je in en uit ademhaling.
En als jij dan continu die navel in staat te trekken (vanwege bovengenoemde sportles, onzekerheid, optische illusie of wat al niet meer), dan lukt dat zakken van het middenrif niet zo lekker (want geen ruimte, niet zacht) en ga je automatisch hoger in je borst ademen. En dat wil je niet (continu).
Probeer maar eens: adem eerst een paar keer met je navel ingetrokken, en daarna met een zachte, ontspannen buik. Wat is het verschil?